Bussemakerhuis komt uit de kast
door Annemarie Haak
Met deze titel heeft het museum een tentoonstelling opgezet met kleding die in het huis aanwezig was. Gerrie Kleerebezem, de conservator die de kleding in beheer heeft en onderhoudt, heeft een selectie gemaakt en deze collectie is momenteel te zien. ‘’In de loop der jaren hebben we ontzettend veel kleding binnen gekregen, sommige stukken zijn al heel oud zoals de lijfjes uit de familie Bussemaker zelf. Dat willen we nu in het kader van het Textielfestival laten zien!’’, licht Wilma Witteman toe. Als hoofd van de tentoonstellingscommissie en tevens conservator, zorgt zij dat alle kleding goed tot zijn recht komt. ‘’Zo hebben we kleine podia, sokkels, gemaakt waarop de poppen staan. Op die manier kun je de kleding beter bekijken. De mensen waren vroeger immers een stuk kleiner, dus daar moet je rekening mee houden.’’ In totaal zijn er 77 items te bewonderen, allemaal afkomstig uit de 19e en 20ste eeuw. ‘’We hebben ons beperkt tot de bovenkleding en tonen de manier waarop de stukken gedragen werden. Zo is de empirestijl te zien, de wijde rokken, de prachtige hoeden, maar ook de stijl erna, de lange japonnen die wat comfortabeler waren in het dragen. Duidelijk is ook dat er onderscheid gemaakt wordt in werkkleding en uitgaanskledij.’’ De meeste kleding die geshowd wordt komt uit Bornse families, dat betekent dat ze hier gedragen is. Heel bijzonder is in dit geval de klaphoed. ‘’Deze werd gedragen door mannen, vooral wanneer ze uit gingen, naar het theater of de schouwburg. In de garderobe bleek het lastig al die hoeden, die vrijwel identiek waren, uit elkaar te houden waardoor er wel eens een vergissing plaats vond. Deze klaphoed kon ingeschoven en onder de arm mee naar binnen genomen worden. Vergissen was dus uitgesloten!’’
Veel kleding met de hand gemaakt.
Tussen al die hoge hoeden viel een exemplaar op, gemaakt door Simonetti een kleermaker uit Borne. ‘’We zijn eigenlijk heel benieuwd naar wat informatie over deze man, want eigenlijk weten we er niets van. Wie was Simonetti en waar woonde hij?’’ vraagt Wilma zich af. Verder toont de collectie een bijzonder rokkostuum, waarschijnlijk gedragen door Izak Spanjaard, een hele bijzondere strohoed, een lichtblauwe jurk met een rokwijdte van wel vier meter en een wijde rok, gemaakt van stof die met de hand bedrukt is. Afkomstig uit India. ‘’Waarschijnlijk is de stof mee gebracht door de VOC destijds en daarom heel kostbaar.’’
Alle onderdelen van de tentoonstelling worden beschreven in een boekje dat bezoekers mee naar huis mogen nemen. ‘’In het boekje wordt tevens achtergrondinformatie gegeven omtrent de kleding en vermeld bij welke gelegenheden de stukken gedragen werden.’’
Behalve de getoonde collectie heeft het Bussemakerhuis nog veel meer kleding in bezit. Deze wordt bewaard en gekoesterd door Gerry Kleerebezem. Zij is verantwoordelijk voor de kleding en behandelt ze met de grootste zorg. Om kleding goed te bewaren, zodat ze heel blijft, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen en daar is ze heel precies in! De huidige tentoonstelling blijft staan tot eind juni. Daarna zit er een expositie over onderkleding in de pen. Om de huidige expositie te kunnen bezoeken moet er op de website van het museum gekeken worden naar de mogelijkheden. Het Bussemakerhuis houdt zich aan de richtlijnen van het RIVM.
