door Annemarie Haak
Stoffen verven met natuurlijke materialen. Dat hadden de kunstenaars Yvonne Denekamp en Marie-jozé Soppe voor ogen. Dus gingen ze aan de slag met het verzamelen van bloemen en planten. Het resultaat is te zien in een expositie, die momenteel te bewonderen is in het Koetshuis. De tentoonstelling is onderdeel van het Twents Textielfestival en het project De Rode Draad.
‘’We hebben katoen en andere vezels gebruikt om te verven’’, begint Yvonne haar verhaal. Maar daarnaast werden onder meer dahlia’s bij de bloemenvereniging Floralia gehaald, klein Hoefblad bij het Spanjaardsgemaal en boerenwormkruid bij de Bornse beek geplukt. ‘’Deze locaties hebben allemaal een link met de textielfabriek. Floralia is ontstaan bij Spanjaard. De beek en het gemaal werden gebruikt door de textielfabriek vanwege het schone water. Ons uitgangspunt was steeds, dat het een link moest hebben.’’ Deze producten werden vers gebruikt of eerst goed gedroogd en vervolgens aangewend bij het verven. Dit was een tijdrovend proces. Overigens wel een heel interessant traject, want voor de kunstenaars was het steeds weer een verrassing welke kleuren er uiteindelijk ontstonden. ‘’Zelfs het materiaal waarin je verft heeft invloed op de kleur. Zo hebben we het wormkruid in een ijzeren, een koperen en in een geëmailleerde pan geverfd en telkens kregen we een andere tint. Het blijft uiteindelijk een natuurproduct!’’
Linnen was slechts 68 cm breed