28 maart 2018 door: T.Stegeman Kees Oud mag het paasvuur aansteken

De hoeveelheid groen die al aangevoerd is op het terrein aan de Oonksweg is gigantisch. Door de storm die in januari over het land raasde, zijn er veel takken afgebroken en bomen omgewaaid. Dus volop groen. 

Komend weekend gaan de leden van de Folkloregroep aan de slag om van al die aanvoer een prachtig Paasboake te bouwen. Kees Oud is erbij. Aan hem de eer om het vuur te ontsteken op Eerste Paasdag. Een verzoek waaraan hij graag voldoet. Kees(82) is zelf al jaren betrokken bij de Folkloregroep en is er zelf bij wanneer de werkzaamheden beginnen. ‘’Vrijdagmiddag komen we al bij elkaar met een klein cluppie, dan doen we de eerste voorbereidingen’’, vertelt hij. ‘’Zaterdag komt het grote werk aan de orde’’. Met groot materieel wordt dan de grote mast naar het terrein gebracht, die in het midden komt te staan en waar vervolgens het groen rondom wordt opgestapeld. Een precies werkje, want het boake moet stevig opgebouwd worden.

Hoewel Oud niet in Twente geboren is, heeft hij zijn hart verpand aan Borne. ‘’Het is een machtig mooi dorp en samen met mijn vrouw wonen we hier met heel veel plezier,’’ verklaart hij. Maar dat plezier komt ook zeer zeker voort uit het omvangrijke vrijwilligerswerk dat hij in de loop der jaren verricht heeft. De Zonnebloem, het Melbuul’ncomité, Oranjecomité, cv de Toet’nbloazers, Nieuwjaarsbijeenkomst en de Bornse Schuttersvereniging konden op hem rekenen, evenals de werkgroep die uiteindelijk GB’90 in het zadel heeft geholpen. Vanuit het Oranje Comité trok Kees de kar voor het organiseren van optochten en op landelijk niveau was hij zeer betrokken bij het opzetten van vakantieweken voor de Zonnebloem en zeilweken voor mensen met een beperking. ‘’Die saamhorigheid die je opwekt is geweldig. Met name bij de optochten zag je dat hele buurten ineens samen aan een wagen werkten. Er was ineens weer binding in de buurt, dat vond ik geweldig om te zien!’’  Vrijwilligerswerk is nog altijd heel belangrijk volgens hem, mensen moeten zich naast hun reguliere baan inzetten voor andere taken. Of dat nu de sport is of op het maatschappelijke vlak, volgens Oud moet men er zijn voor elkaar. ‘’Het geeft zoveel voldoening wanneer je samen heel veel werk hebt verzet en het resultaat is geweldig, je ziet mensen genieten en dat is onbetaalbaar!’’ Hij ziet dan ook met lede ogen de toenemende individualisering aan en de daardoor steeds verder afnemende animo voor het vrijwilligerswerk.

Hoewel Oud ook van mening is dat de regelgeving een stuk ingewikkelder is geworden en dat eveneens ontmoedigt bij het organiseren. ‘’Als ik zie wat een papierwerk er momenteel aan te pas komt en hoe moeilijk het is om aan geld te komen,  dan kan ik mij voorstellen dat  je niet direct staat te trappelen om een evenement op te zetten!’’ En hij vervolgt:

‘’In mijn tijd ging ik met Herman Ziel van de Rabobank om tafel en die pleegde dan een aantal telefoontjes en de begroting was rond! Dat zelfde met vergunningen, je ging een ochtend naar het gemeentehuis en dan werd alles geregeld, geen punt!’’

Desondanks benadrukt Oud het grote belang van vrijwilligerswerk. Vrijwilligers moet je koesteren, daar moet je zuinig zijn. ‘’Alleen dan kun je mensen aan je binden en kun je samen hele mooie dingen doen!’’

A.H.