9 mei 2018 door: T.Stegeman Bussemakerhuis kwart eeuw museum

Het statige fabrikeurshuis dateert al uit de achttiende eeuw, maar is pas 25 jaar toegankelijk als museum. Dat is een feestje waard. Vooral voor de vele vrijwilligers die werkzaam zijn in het huis. Bovendien wordt er een boek uitgegeven met als titel: Achter de deur van de fabrikeur. Dat wordt op 19 mei tijdens de feestelijke lunch aangeboden.

Liesbeth Hassink is trots. Trots op het huis, maar ook op de ruim zeventig vrijwilligers die zich met hart en ziel voor het monumentale pand inzetten. Samen hebben ze ervoor gezorgd dat het aantal bezoekers jaarlijks toeneemt en dat het huis een steeds grotere bekendheid krijgt.

Dat was niet altijd zo. Menig Bornenaar herinnert zich nog het bordje: Wegens reorganisatie gesloten! dat decennia lang achter de ruit van de voorkamer stond in de tweede helft van de vorige eeuw.  Het huis was niet toegankelijk voor publiek en genoot nagenoeg geen bekendheid. Totdat het in de beginjaren 90 grondig gerestaureerd werd. Fred van Dijk, werkzaam op het gemeentehuis was de stimulerende kracht achter deze klus en wist samen met Piet Bakels menige subsidie los te weken voor de klus. Met een gering budget werd het huis vervolgens fraai ingericht en Jan Egberink aangesteld als beheerder. Op 14 mei 1993 konden de deuren open. Heel bijzonder was in datzelfde jaar het bezoek van HM Koningin Beatrix die tevens de lunch gebruikte in het Bussemakerhuis. Een bezoek dat vooraf heel wat voeten in aarde had, want er werd wat af gecontroleerd om de veiligheid van de vorstin te waarborgen!

Weven met Rien van Nuenen

Vrijwel direct na de opening werd de weefgroep opgestart onder leiding van Rien van Nuenen. Hij wist als een van de weinigen hoe de stokoude getouwen ingeregen moesten worden. Het fenomeen gastvrouwen deed zijn intrede en er werden allerlei activiteiten opgezet met Jan Egberink als spil in het huis.  Diverse exposities, maar ook voor feestjes kon men terecht. Alles met het doel om geld in het laatje te brengen.

Totdat in 2010 besloten werd om van het Bussemakerhuis een geregistreerd museum te maken. Hiervoor moest het huis aan een aantal voorwaarden voldoen, waaronder het beperken van de horecafunctie, maar daar stond tegenover dat het huis als museum veel gemakkelijker stukken in bruikleen zou kunnen krijgen bij het inrichten van exposities. ‘’We richten ons nu op de oorspronkelijke functie van het huis en dat is de textiel’’, verklaart Liesbeth. ‘’Het Bussemakerhuis is de bakermat van de textiel in Twente. Hier is het allemaal begonnen!’’ De wevers uit de buurt brachten hun linnen naar de fabrikeur, die het opkocht, waarna het verwerkt werd.  Dit gegeven wil het Bussemakerhuis uitdragen en dat is in de permanente tentoonstelling verwerkt.

Daarnaast worden er jaarlijks vier exposities opgezet die eveneens gelinkt zijn aan de textiel, aangevuld met workshops en lezingen die passen binnen het thema.

Om nog meer toeristen te trekken werkt het museum veel samen met andere musea. ‘’We merken nu al het effect van de gezamenlijke folder die we uitgegeven hebben. Ook de museumjaarkaart heeft voor meer bezoekers gezorgd. Zo proberen we ons op allerlei manieren te profileren en nog beter naar buiten te treden. Steeds meer mensen moeten het Bussemakerhuis weten te vinden!’’

A.H.